Epimuscular myofascial force transmission: a historical review and implications for new research. International Society of Biomechanics Muybridge Award Lecture, Taipei, 2007
Auteur: Peter A Huijing
Samenvatting: Daan Sindelka en Robert Arkesteijn
Dit artikel is geschreven door Peter Huijing, een bekend fysioloog, inmiddels gepensioneerd maar nog altijd verbonden aan de faculteit der bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit. Voor dit werk, dat gaat over de epimusculaire myofasciale krachtsoverbrenging heeft hij in 2007 de prestigieuze Muybridge Award binnen gehaald.
De myofasciale krachtsoverbrenging kan mogelijk plaatsvinden door de uitgebreide bindweefselverbindingen tussen allerlei verschillende structuren. Het artikel is een review en bevat drie elementen: In de eerste plaats een historisch literatuuronderzoek, om te zien of er in de geschiedenis ook al over dit onderwerp werd geschreven, ten tweede wat dit dan betekent voor toekomstig onderzoek en tot slot hoe het onderzoek er op dit moment voor staat.
Het nadeel van anatomische werken uit het verleden is dat, om losse structuren te beschrijven, altijd gebruik is gemaakt van dissectie. Hierdoor haal je de structuren los van elkaar en tevens uit de functionele unit waarin ze in het menselijk lichaam actief zijn. Hoewel uit de literatuur blijkt dat sommige auteurs toch schreven over de uitgebreide verbindingen tussen allerlei weefsels en de belangen hiervan, werd het slechts bij de vermelding ervan gelaten. Daar komt bij dat het idee is gaan leven in de anatomiewereld dat de beschrijvingen van de anatomie en het onderzoek ernaar compleet is. Dit heeft tot gevolg dat anatomisch onderzoek bijna geen plaats meer heeft in huidig biomedisch onderzoek en dat daar tevens weinig budget meer voor is. Juist door vernieuwde technieken zoals MRI en 3D-reconstructie zou de anatomie weer onder de loep moeten worden genomen om onderlinge relaties aan te kunnen tonen.
Ondanks dit zijn er in de modernere onderzoeken (vanaf 2000) wel enkele bewijzen voor de myofasciale krachtsoverbrenging beschreven die het artikel beschrijft. Een aantal onderzoeken beschrijven dat activiteit van een spier effect heeft op de lengte en relatieve positie van synergistische spieren door onderlinge verbindingen.
Zelfs is uit onderzoek bekend geworden dat de myofasciale krachtsoverbrenging zich niet alleen tot synergisten beperkt maar ook tot antagonisten.
Kennelijk gaan de bindweefselverbindingen dwars door de verschillende compartimenten heen. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat na een tenotomie van een bepaalde spier, zowel bij mensen als bij dieren, de functie deels behouden blijft. Dit kan worden toegeschreven aan myofasciale verbindingen. Naast kadaverstudies zijn er ook enkele in vivo onderzoeken die myofasciale krachtsoverdracht bevestigen. Zo is het zo dat ondanks het feit dat de flexoren van de duim en de wijsvinger twee verschillende spieren zijn, flexie van de duim toch krachtsoverbrenging laat zien op de wijsvinger, een experiment dat overigens door iedereen simpel nagebootst kan worden door de duim te flecteren en te kijken naar de wijsvinger.
Op dit moment is men meer bezig met de 3D-reconstructie waarmee men de bindweefselverbindingen tussen structuren in het menselijk lichaam zichtbaar probeert te maken.